Het taboe op verlies (2) “onvervulde kinderwens”

In mijn vorige blog schreef ik over het taboe dat ik ervaar op het gebied van het verlies van een kind tijdens de zwangerschap of vlak daarna. Met name het taboe van het verlies van een kind in het prille begin van een zwangerschap, de zogenaamde miskraam. Uit de reacties die ik ontving, bleek dat ik niet de enige was.  Er rust echter een nog groter taboe op een onvervulde kinderwens.

Ik betrapte mij erop dat ik in mijn omgeving slechts twee personen ken die ongewenst kinderloos zijn. Door omstandigheden is het hun niet overkomen. Ze was heel lang single en toen zij haar man ontmoette, zat het moeder worden, gezien haar leeftijd, er niet meer in. De andere persoon, heeft meerdere miskramen meegemaakt en kwam door haar leeftijd niet meer in aanmerking voor een fertiliteitsbehandeling.

Ik bedacht mij ineens dat ik het met deze dierbaren nooit had over hun gemis. Want ja wat missen zij nu eigenlijk? Een verlangen? Een droombeeld?

Vader of moeder worden is inderdaad een verlangen. Een natuurlijk verlangen.  Zoals ik in mijn eerdere blog schreef, word je vader of moeder op het moment dat het verlangen naar een kind zich openbaart.

Het krijgen van een kind is iets natuurlijks. Door de komst van de “pil” heeft het krijgen van kinderen zich ontwikkelt naar iets waarvoor je kunt kiezen. En hier wordt een grote denkfout gemaakt. Door de komst van anticonceptie kun je ervoor kiezen om geen kinderen te willen. Door de komst van anticonceptie kun je het moment waarop je ouders wordt enigszins beïnvloeden. En dat is het dan ook. Want tien procent van de stellen in Nederland zijn ongewenst kinderloos. Een groot deel ervan heeft een lang traject van fertiliteitsbehandelingen achter de rug om vervolgens met lege handen te blijven.

Het feit dat we door de hulp van de medische wetenschap in staat zijn  zwanger te worden als het op een natuurlijke wijze niet lukt, maakt het krijgen van kinderen bijna maakbaar. Maar eigenlijk horen we alleen de succesverhalen. IVF / ICSI is in veel gevallen het laatste middel binnen de fertiliteitstrajecten. Na drie IVF-behandelingen is de kans op een geboren kindje 40% à 50% . Dit betekent dus dat bij bijna de helft van de stellen, die een IVF of ICSI ondergaan,  geen zwangerschap tot stand komt.

Uiteindelijk is tien procent van de stellen ongewenst kinderloos. Tien procent… dat zijn dus veel meer personen dan ik ken of waarvan ik het weet. Hoe kan dit? Het feit dat de cijfers zo afwijken van mijn werkelijkheid, maakt dus dat het een taboe is. En dan heb ik het nog niet over de ouders met een gedeeltelijk vervulde kinderwens.

Toen wij zelf in het fertiliteitstraject zaten, spraken we lotgenoten. Sommige van hen hadden al een kind. Gewoon op een natuurlijke wijze. Alleen het volgende kind kwam er niet. Uit de gesprekken met hen, kwam duidelijk naar voren dat de omgeving niet begreep waar ze mee bezig waren. Ze hadden immers toch een kind? Ze moesten gewoon blij zijn met wat ze hadden. Alsof je een verlangen kunt bedwingen. Okay, wellicht tijdelijk maar steeds zal het komen opborrelen.

Toen ik zwanger was van onze zoon, wist ik zeker dat ik blij zou zijn met één kind. Nadat hij ouder werd, speelde ook bij mij het verlangen van nog een kind. Was ik niet tevreden? Waarom wilde ik dit? Met mijn geschiedenis? Ik had er geen antwoord op. Probeerde met mijn logica mijn verlangen weg te wuiven. Maar het bleef komen. Totdat duidelijk werd dat het krijgen van een kind, gezien mijn leeftijd, niet meer wenselijk was. Het heeft mij echt even tijd gekost om dit te verwerken. Ik heb er nu vrede mee omdat ik een prachtig kereltje heb.  Ik realiseer mij dat ik nooit moeder was geworden zonder IVF. Maar soms komt het gevoel echt nog weleens opborrelen. Het is iets waar ik alleen met mijn man over praat. Waarom? Toch een gevoel van schaamte.

Maar hoe is het dan voor die anderen? Die net als ik meerdere kinderen hadden gewild? Of degene die nooit een kind zullen hebben? Met wie spreken zij over hun verlies? Is er überhaupt wel erkenning voor dit verlies? Het antwoord is nee.

Terugkomend op de personen in mijn omgeving. Ik merk dat ze het fijn vinden als ze erkend worden in hun verlies. Dat ze open mogen zijn over het gemis. Beiden hebben hun manier gevonden om met dit gemis om te gaan maar het blijft een gemis. Het ernaar vragen, nodigt uit om erover te praten.

Ik ben van mening dat ongewenste kinderloosheid uit de taboesfeer moet. We moeten leren om ernaar te vragen zodat die persoon zijn verhaal kwijt kan. Dat ze erkenning krijgen voor hun verlies. Ik ben benieuwd naar jouw mening.

Deel mijn verhaal

Hoe vertel je, je kind dat de baby niet (meer) leeft?

Soms wil je gewoon niet geloven dat het fout gaat Afgelopen zaterdag was de finale van het Eurovisie Songfestival. Al weken verheugde ik mij erop om samen met mijn jongste naar Joost Klein te kijken en Europapa mee te zingen. Helaas werd Joost Klein gediskwalificeerd....

Zwangerschapsverlies; hoe ga je hierover in gesprek

12 maart gaf ik, op uitnodiging van Martijn Oudijk, een interactieve lezing aan gynaecologen (in opleiding) en verloskundigen (in opleiding) van het Amsterdam UMC. Toen ik gevraagd werd, zei ik ja voordat ik echt over de vraag had nagedacht. Mijn drive om...

Opnieuw zwanger na het verlies van je baby. Dolblij maar ook doodsbang

Ondanks de angst, weer een zwangerschap aangaan Ik weet nog steeds niet waar ik de moed vandaan haalde. Nog een keer zwanger worden nadat ik mijn twee kinderen was verloren en mijn derde zwangerschap eindigde in een miskraam. Hoe dan? En waarom dan? Ik hoor het je...

0 reacties