Met je kind praten over de dood, is doodnormaal

Met je kind praten over de dood, is doodnormaal

De dood is prachtig

Mijn zoon heeft een studiedag. En hij wil naar Naturalis. Vol enthousiasme loopt hij door alle zalen. Beantwoord de vragen van de speurtocht. En elk bordje wordt uitgebreid gelezen. We hebben een heerlijke dag samen

In de auto op weg naar huis zegt hij: “Het was super tof mamma. Vooral de dood. Dat vond ik het mooist. Ik was er echt in geïnteresseerd hé?”

Ik bevestig hem en vraag wat hij er zo mooi aan vond.

Nou gewoon, antwoord hij: “dat alles uiteindelijk dood gaat en dat de dood ook iets moois is. Een dood hert dat eten is voor andere dieren. Een dood blad dat voedsel is voor de grond en voor de planten. Als iets dood is, is het goed voor iets anders. Echt cool is dat”

“Weet je nog dat Koos doodging?  En we hem gingen begraven in de tuin? En we een plant hebben geplant op Koos zijn graf? Nou? Die plant groeit toch super goed? Dat komt door Koos…”

Ik knik en zeg hem: “Ik denk dat je gelijk hebt.”

Er zijn verschillende manieren van begraven

Een paar weken later heeft hij weer een vrije dag en bezoeken we NEMO. En weer dompelt hij zich vol enthousiasme in alles wat hij ziet en kan doen. Opeens hoor ik hem roepen: “Mamma, kijk! Ze hebben hier ook iets over de dood. Allemaal begrafenissen. Allemaal anders. Kijk mamma. Kijk dan!” Als ik naast hem sta en samen met hem de verschillende manieren van begraven en omgaan met de dood bekijk, hoor ik hem zeggen: “Mooi he?”

Kinderen willen weten hoe en waarom

Als we thuis zijn vraag hij mij: “Hoe zijn Madelon en Oscar overleden? Ik had het op Oscars verjaardag met juf over Madelon en Oscar. Ik vertelde dat Oscar vandaag jarig was. Dat hij 8 jaar zou zijn geworden. En dat we vandaag taart gingen eten.”

“Juf vroeg aan mij of ik wist hoe ze waren overleden. En toen kwam ik erachter dat ik dat niet wist. Dus…hoe zijn ze overleden?”

Best lastig om in begrijpelijke taal over de dood te praten

Ik kijk onze jongste aan en besef dat ik nooit heb verteld waaraan Madelon en Oscar zijn overleden. Ik heb nooit de behoefte gevoeld. Ik vond wel dat hij moest weten dat hij een zus en een broer had. En dat ze zijn overleden. Maar heb er nooit over nagedacht om te vertellen waaraan of waarom ze zijn overleden. Zijn vraag overvalt mij.

Verwachtingsvol kijkt hij mij aan. Ik zoek naar woorden om het op een begrijpelijke manier uit te leggen. En ik merk hoe lastig ik het vind.  Ik heb werkelijk geen idee hoe ik dit aan een jongetje van bijna zes kan vertellen. 

Ik voel een lichtelijke schaamte. Ik die mijn cliënten adviseert om open en eerlijk te zijn naar de andere kinderen over het verlies van de baby, had nu zelf iets laten liggen?

Wanneer praat je met je kind over het verlies van zijn broer of zus?

Mijn gedachten gaan uit naar een gesprek met een cliënte. Ze vroeg mij wat het juiste moment was om haar zoon uit te leggen dat zijn babybroertje was overleden.  Ik zei haar dat er nooit een slecht moment is. Maar dat je ze eerlijk moest zijn op het moment dat ernaar wordt gevraagd. En dat ze er zelf over zou kunnen beginnen als ze merkt dat hij niet lekker in zijn vel zit of ander gedrag vertoont.

Ik vertelde haar ook dat kinderen veel meer meekrijgen en doorhebben dan wij denken. Hij ziet dat zijn ouders verdrietig zijn. Weet dat er een baby kwam en nu is er toch geen baby.

Hierop vroeg ze of Mans wist dat hij een broer en zus had. Ik beantwoordde bevestigend En vertelde haar dat ik Mans over zijn broer en zus vertelde toen hij 2 jaar oud was.  

Mans ging naar de kinderopvang. En in zijn groep hadden veel kinderen een broertje of zusje of kregen een broertje of zusje. Mans vroeg hierop steeds wanneer hij een ‘baby’ zou krijgen.

Op een gegeven moment was Mans ontroostbaar. Zijn vriendinnetje had een zusje gekregen. Hij vond het oneerlijk want zij had al een zus. En hij niet. Dit was het moment waarop ik hem vertelde over Madelon en Oscar.

Blijkbaar is dit het moment voor Mans om te weten hoe en waarom Madelon en Oscar zijn overleden.

Een kind is gewoon nieuwsgierig

Nou? hoor ik mijn zoon ongeduldig.

Ik kijk hem aan en vertel hem dat Madelon in mijn buik is doodgegaan. Dat, dat soms gebeurt. En dat niemand weet waarom.

En Oscar? hoor ik hem vragen.

Ik vertel hem dat baby’s negen maanden in de buik moeten groeien voordat ze geboren mogen worden. Wanneer baby’s eerder dan negen maanden geboren worden, moeten ze buiten mama’s buik verder groeien. En dat gebeurt in een couveuse.  Dat is een wieg die speciaal gemaakt is voor baby’tjes die eigenlijk nog in hun mamma’s buik hadden moeten blijven.

Ik vertel hem dat het sommige baby’s lukt om verder te groeien en dat het sommige baby’s niet lukt. Die worden ziek. En zo ziek dat ze overlijden.

En dan zijn er ook baby’s die zo klein en zwak zijn dat ze gewoon niet sterk genoeg zijn om te groeien. En die overlijden dan ook. Oscar was te klein en te zwak.

Kinderen rouwen en ervaren de dood op een manier die past bij hun ontwikkeling

De kamer vult zich met stilte. Minutenlang pure stilte. Dan zegt Mans… wat zielig voor Oscar en Madelon. Dat ze nooit met speelgoed hebben gespeeld. En dat ze niet weten wie jullie, opa, oma en ik zijn. Ik vind het echt zielig. 

Weet je mamma… eerst was ik boos dat mijn broer en zus niet leefden. En ik niet met ze kon spelen. Zoals mijn vriendjes wel kunnen. En soms ben ik ook verdrietig. Nu vind ik het ook zielig. Want Madelon en Oscar weten helemaal niet hoe lief jij en papa zijn. Want ik heb de liefste papa en mama van de wereld. 

Hij geeft mij een knuffel en vraagt: mag ik nu een filmpje kijken? Ik geef hem een knuffel en zeg natuurlijk schat.

Kinderen ervaren het gemis van hun broer en/of zus. Ook al kennen ze hem en/of haar niet.

Ze zijn nieuwsgierig. Ook naar onderwerpen waar een taboe op ligt. Kinderen rouwen op een manier die past bij hun ontwikkeling. Dus niet iets om ze voor te beschermen. Ze kunnen onderwerpen als dood en rouw aan. Mits je er eerlijk en open over praat. 

Praten over de dood en verlies is nuttig en het verbindt

Door het gesprek met mijn zoon besefte ik hoe waardevol het is om over de dood te praten. Het is onderdeel van ons leven. Het hoeft ons niet uit balans te brengen. Of van streek.

Vandaag pakte hij hun fotoboeken. Bij de foto’s van de uitvaart, wijst hij naar de foto’s met ballonnen en zegt: Kijk mamma de ballonnen lijken samen wel een vlinder. 

Ik ben ontroerd. Ontroerd omdat hij gelijk heeft. Ik zie ook duidelijk een vlinder. Mijn hart vult zich met liefde en ontroering. De liefde van mijn jongste voor mijn twee oudsten… onbeschrijfelijk mooi. Ontroerd over de wijze waarop hij met de dood en het verlies omgaat.

Niet alleen mijn twee oudste kinderen leerden mij dat er leven na de dood is. Ook mijn jongste.

Wil je meer weten hoe je het gesprek over verlies en dood kunt aangaan?

Vind je het lastig om te praten over de dood? Hier vind je een lijst met boeken die jou kunnen helpen te praten over de dood en verlies.

Hoe vertel je je kind over zijn overleden broer of zus

Hoe vertel je je kind over zijn overleden broer of zus

Toen mijn zoon twee jaar was, werd hij zich bewust van het hebben van een broer of zus. Al zijn vriendjes op het kinderdagverblijf hadden al een broer of zus (of beiden) of werden grote broer of zus. Hij wilde dat ook. Bij elke kinderwagen die hij zag, wees hij met zijn kleine handje en zei: Kijk mamma, een baby. Ik antwoordde dan: Ja Mans, lief hè? Ja, antwoordde hij dan en liep weer vrolijk verder. Op een gegeven moment nam hij geen genoegen meer met lief hè.

Als ik dan zei: Ja Mans, lief hè? Antwoordde Mans: mamma, Mans is altijd lief voor baby’s dat weet je toch? Ja, Mans dat weet ik. Dat zegt de juf ook altijd. Mans is dol op baby’s.

Weer een paar weken later nam hij hier ook geen genoegen mee. En vroeg hij: wanneer krijgen wij een baby? Mans is dol op baby’s dat weet je toch? Ik antwoordde: ja Mans, mamma weet dat jij dol op baby’s bent maar wij krijgen geen baby. Mans mompelde dan nog iets van: maar Mans vindt baby’s heel leuk….

“Het is oneerlijk’

Op een gegeven moment vertelde de juf dat Mans had gehuild toen zijn vriendinnetje Lotte een zusje had gekregen. Hij vond het niet eerlijk want Lotte had al een zus. Toen we thuis waren, vroeg ik Mans waarom hij moest huilen omdat Lotte een zusje had gekregen. Hij zei: Lotte heeft al een zus en Mans niet. Mans wil ook een baby.

‘Een broer en een zus in de hemel’

Toen besloot ik om Mans te vertellen over zijn zus en broer. Ik pakte de fotoboeken van Madelon en Oscar en nam Mans op schoot. Kijk, zei ik. Dit is Madelon en dit is Oscar. Dat zijn jouw grote zus en grote broer. Mans noemde de namen en keek vol bewondering naar de foto’s. Pakte met zijn kleine handje de kaft vast van Oscars boek en bladerde erdoorheen. Bij elke foto, wees hij Oscar aan en zei: Oscar! Dit herhaalde hij wel drie keer. Toen pakte hij het boek van Madelon en op dezelfde manier bladerde hij door haar boek.

Ik vertelde hem dat Madelon en Oscar dood waren. Dat ze in de hemel waren. Ik wees hierbij naar de lucht. Omdat het donker was zag je enkele sterren. Mans wees naar de sterren en zei: zijn ze daar? Ja zei ik. Madelon en Oscar zijn sterretjes in de hemel en nu zwaaien ze naar je. Ze kunnen niet met je spelen omdat ze niet meer leven. Om duidelijk te maken wat ‘dood’ was, zei ik: net als in Kikker en het vogeltje. Die is ook dood, zei Mans. Die doet het niet meer. Die is in de grond. Ja zei ik. Dat klopt. Maar Madelon en Oscar zitten niet in de grond. Die zijn in de hemel, zei Mans hierop.

Ik lachte en vertelde hem dat het vogeltje ook in de hemel was. En dat Madelon en Oscar bij ons thuis waren. Ik nam hem mee naar de urnen en zei: hier zitten ze in. Mans antwoordde: niet in de grond maar thuis? Ja, zei ik. Thuis. Dan zijn ze altijd bij ons. En daarom mag je van mamma nooit aan deze lampjes komen. Want als ze stuk gaan…

Mans keek naar de urnen en zei: Dag Oscar en Madelon. Ik ben Mans.

‘Vertel maar niet aan je kind dat hij een broer een zus heeft die niet meer leven’

Tot het moment dat mijn zoon zelf over broertjes en zusjes begon, heb ik hem nooit verteld over zijn grote zus en broer. Ik kreeg van diverse mensen uit mijn omgeving het ‘advies’ om Mans ‘niet te belasten’ met ons verdriet en hem te vertellen over zijn zus en broer. Het zou hem beschadigen.  Hij zou het gevoel krijgen dat hij alleen maar geboren is omdat Madelon en Oscar dood waren…

Goedbedoelde adviezen maar waar ik niets mee kon. Maar wat mij wel aan het twijfelen bracht. Hoe kon ik mijn verdriet en de liefde voor mijn andere kinderen voor hem afschermen? Wat moest ik antwoorden als hij vragen zou stellen over die ‘potten met kaarsjes’? Zou ik hem echt beschadigen als ik hem zou vertellen dat hij een oudere zus en broer had? Zou hij echt het geloven dat hij alleen maar is geboren omdat Madelon en Oscar overleden waren?

‘Vertellen of toch verzwijgen?’

Waarom deze adviezen? Waar blijkt uit dat het Mans zou beschadigen? De dood is iets wat bij het leven hoort. En ja helaas gaan er hele jonge mensen dood. Madelon en Oscar horen bij ons gezin. Ze zijn onze kinderen en ze verdienen het niet om ook nog eens dood te worden gezwegen.  

‘Blij dat ik eerlijk ben geweest’

Toen Mans zelf over broertjes en zusjes begon, voelde dat voor mij het moment om vol trots over Madelon en Oscar te praten. En het bleek een goede beslissing. Voor mij en voor Mans.

Vanaf dat moment zijn Madelon en Oscar echt zijn grote broer en zus. Hij vertelt aan iedereen heel trots dat hij een broer en een zus heeft. En dat ze in de hemel zijn.

‘Ze horen er gewoon bij’

In mijn praktijk krijg ik vaak de vraag van cliënten of ze en hoe zij hun kinderen over de dood van hun broer of zus moeten vertellen? Mijn antwoord is altijd. Ja vertel het hun. Gewoon in kindertaal. En als je het moeilijk vindt om het uit te leggen, zijn er boekjes die helpen om de dood voor kinderen begrijpelijk te maken zoals: Mijn kleine grote broer, Kikker en het vogeltje, Bedje in de wolken, Kleine woelmuis, Ono een bijzonder broertje, Pluimpje. Op de website www.goedgezind.be/dossiers/sterrenkindjes/boeken-helpen-het-overlijden-broer-of-zus-verwerken vind je nog meer titels. 

NB de naam Lotte is om privacy redenen gefingeerd.

Een tweeling waarvan één baby overlijdt

Een tweeling waarvan één baby overlijdt

Jaren geleden vertelde een vriendin dat zij gekraamd had bij een gezin waarvan één baby stil was geboren en één baby levend was geboren. Het meisje dat  levend was geboren, kreeg de namen Demi Joy.

Mijn vriendin vroeg wat vind jij nou van zo’n naam? Demi Joy? Ik zei huh demi… is dat in het Frans niet half? En joy dat is geluk toch? Is dat wat ze met die naam bedoelen? Ja, zei mijn vriendin. Mijn reactie was ‘belachelijk’. Ze heeft toch nog één baby. En wat doe je dat meisje aan? Die wordt dan altijd geassocieerd en geconfronteerd met haar overleden zusje.

Mijn vriendin zei: dat dacht ik ook toen ik de eerste dag kwam. Ik denk daar nu anders over. Ik zag ouders die blij, verdrietig en trots waren. Ik zag ouders die voor beide baby’s even veel hielden. Het was een hele rare situatie en ik was er eigenlijk helemaal niet goed op voorbereid. Ik kwam er om te kramen maar de situatie was zo anders.

Er was inderdaad blijdschap om Joy maar heel veel verdriet om Demi. Huh, zei ik ze heette toch Demi Joy? Ja zei mijn vriendin. Ze heet Demi Joy maar haar roepnaam is Joy. De ouders hadden de namen voor de geboorte al gekozen: Demi en Joy. Demi heet Demi en Joy heet officieel Demi Joy. Een klein eerbetoon aan haar dappere zus.

Ik voelde het schaamrood op mijn kaken opkomen Mijn vriendin zei: we zijn dus niet de enigen die zo reageren. Tijdens de kraamweek hoorde ik meerdere mensen zeggen: ‘gelukkig hebben jullie er nog één’. Als ze wegwaren, barstten de ouders in tranen uit. Niemand had het over Demi. Alsof ze er niet was. En dat was echt heel raar. Demi lag naast Joy in de kamer. In haar eigen bedje.

Wat heb jij gedaan, vroeg ik? Ik luisterde en liet ze huilen. Heb naast de gewone kraamzorg, geholpen met muziek uitkiezen voor de uitvaart en de kaarten schrijven. Ik ben mee geweest naar de uitvaart. Dat vonden ze heel fijn.

Ik merkte aan mijn vriendin dat ze heel anders naar verlies van een baby keek. Het ontroerde mij en het zette mij aan het denken. Ik had ooit een collega die hetzelfde had meegemaakt. Zij sprak nooit over het verlies van haar zoon. En ik kan mij ook niet herinneren dat iemand er ooit naar vroeg.

Alsof het zo moest zijn, kwam ik haar diezelfde week tegen. We hadden elkaar al een tijd niet gezien. Een mooie gelegenheid om te vragen hoe het met elkaar ging. Het was een goed moment om te vragen naar haar kinderen.

Ik vroeg haar hoe het is om Ben om te zien opgroeien en Kees niet. Ze keek mij aan en zei: wat lief dat je dat vraagt. Hoe kom je daar zo op en wat bijzonder dat je Kees’ naam nog weet. Ze vertelde dat ze iedere dag aan Kees dacht. Dat ze elk hoogtepunt met Ben ook verdrietig was. Juist op deze dagen miste ze Kees het meest. En wat ze het lastigst vond was dat, behalve haar man en ouders, niemand zich dat realiseerde. We praatten nog wat langer en bij het afscheid kreeg ik een dikke knuffel. Bedankt zei ze. Je hebt mijn dag gekleurd. 

Nog steeds hoor ik van ouders die één van hun meerling hebben verloren dat er weinig aandacht of begrip is voor hun verdriet. Dat men niet begrijpt dat een hoogtepunt zoals: de kraamweek, de eerste verjaardag, de eerste keer naar school, het eindexamen, etc. het gemis extra benadrukt. Dat hoogtepunten in het leven van de baby die wel is blijven leven, gepaard gaan met een traan om het gemis van de andere baby.   

Tot het moment dat iemand mij leerde wat de impact is van het verlies van één van de baby’s, reageerde ik net als velen anderen. Ook ik dacht letterlijk: ‘gelukkig hebben ze er nog één’ ‘Wees blij met wat je wel hebt’ etc. Alsof het kindje dat wel leeft het verdriet om de ander te niet deed. 

En nee, ik was geen gevoelloos mens. Ik kon mij alleen geen voorstelling maken van de impact. Herkenbaar?

Ik hoop dat deze blog een bijdrage levert aan het erkennen van het verdriet van ouders die één van de baby’s hebben verloren. Ook hoop ik dat deze blog bijdraagt aan meer openheid om erover te praten. Luisteren werkt helend.

NB de namen zijn gefingeerd.

Geen geluksgevoel

Geen geluksgevoel

Wat was ik gelukkig met mijn baby’tje na die zware zwangerschap

Toen ik mijn kinderen had verloren, was ik ervan overtuigd dat ik niet gelukkiger kon zijn dan het moment waarop ik een levend kindje mee naar huis mocht nemen.

Hoe anders bleek dit het geval. Na de zwangerschap die ik met wisselende gevoelens heb beleefd, was daar het moment dat onze jongste werd geboren. Blakend en wel. Het eerste moment dat hij op mijn borst werd gelegd, was overweldigend. Ik werd overspoeld met liefde en gevoelens van blijdschap.

Helaas was dit gevoel niet blijvend

Helaas bleken deze gevoelens niet blijvend. Een maand na zijn geboorte, toen de feestdagen achter de rug waren, werd het opeens allemaal grijs.

Mijn man voelde liefde. Ik voelde leegte

Zo anders dan bij mijn man. Die genoot van elk moment met onze zoon. Hij straalde. En de momenten met onze zoon konden hem niet lang genoeg zijn. Zo anders dan hoe ik mij voelde. Alles voelde te veel. Ik kon niet genieten en voelde eigenlijk niets meer. Behalve een enorme leegte.

Wanneer onze zoon huilde dan wilde ik het liefst weglopen. Keurig gaf ik hem eten en pakte ik hem op om te troosten. Maar wat ik ook deed, ik voelde slechts de leegte, voelde geen liefde en had het verlangen om alles achter mij te laten.

Ik deed er alles aan om de leegte op te vullen en het sombere gevoel te laten verdwijnen

Om de leegte tegen te gaan en in de hoop dat ik mijn kind weer leuk zou gaan vinden, ging ik met hem wandelen, melde ik mij aan voor babymassage en babyzwemmen.  Maar helaas niets hielp mij om mij uit die bedompte en sombere wereld te halen.

Mijn sombere gevoelens had zijn weerslag op mijn kind

Mijn sombere gevoel had uiteindelijk ook zijn weerslag op mijn kind. Zo liet hij duidelijk merken dat hij niet meer genoot van het zwemmen. De eerste paar keren was mijn man mee en vond onze zoon het geweldig. Toen hij alleen met mij ging zwemmen veranderde dat in een rap tempo. Hij kon alleen nog maar huilen en verstijfde.

Hetzelfde gold voor babymassage. Ondanks de goede begeleiding, was onze zoon vooral gericht op zijn omgeving en huilde hij na afloop onbedaarlijk. Was hij niet te troosten. Tijdens het wandelen, was hij voornamelijk in slaap. En zodra ik thuiskwam legde ik hem weg. Hopend dat hij niet zou gaan huilen.

Uit schaamte durfde ik er niet over te praten

Ik durfde er met niemand over te praten. Ik vond dat ik niet het recht had om mijn ongelukkig te voelen. Zeker ìk moest blij zijn. Ik had immers, na een intensief vruchtbaarheidstraject, twee overleden kinderen en een miskraam, eindelijk wat ik al die tijd zo gewenst had.

En ook nog eens een gezond en makkelijk jongetje. Hoe kon ik mij zo voelen?

Gelukkig was daar die oplettende verpleegkundige van het consultatiebureau

Bij de controle op het consultatiebureau merkte de verpleegkundige mijn gevoelens op. Ze zei: het gaat niet goed hè? Ik zie de worsteling in je ogen. Op dat moment, barste ik in huilen uit. Ik kon alleen maar knikken en met tranen in mijn ogen vertelde ik haar hoe slecht ik mijzelf vond.

Ik bleek niet de enige moeder te zijn met deze gevoelens

Ze keek mij aan en zei: je bent niet de enige moeder die ik zo aantref. Het komt veel vaker voor dan je denkt. Het zijn de hormonen en daar kun je niks aan doen. En vergeet niet wat je allemaal hebt meegemaakt. Dat maakt je kwetsbaarder en bevattelijker voor sombere gevoelens.

Ik was geen slechte moeder

Hierop zei ik dat ik mij zo ontzettend schuldig voelde over mijn gevoel. Dat ik echt mijn best deed om een goede moeder te zijn. Ze keek mij nogmaals aan en zei: maar je bent ook een goede moeder. Je doet alles wat je kindje nodig hebt. Alleen die moedergevoelens moeten soms groeien en soms wordt het je lastig gemaakt door de veranderingen in je hormonen en/ of persoonlijke omstandigheden. Vergeet niet wat jij en je man hebben meegemaakt en waar jullie doorheen zijn gegaan. Wat alleen nu wel belangrijk is, is dat we jou gaan helpen.

Ik kreeg de hulp die ik nodig had

Die middag zat ik bij mijn huisarts die meteen de ernst inzag en zorgde voor een snelle en juiste doorverwijzing. Hierdoor was ik na een paar maanden de moeder die ik altijd wilde zijn.

Heb lang gedacht dat mijn postpartum depressie van invloed is geweest op de band tussen mij en mijn zoon

Ik ben wel altijd bang geweest dat mijn postpartum depressie van invloed was op de band tussen mij en mijn zoon. Mijn zoon en zijn vader zijn vier handen op een buik. En heel lang heb ik gedacht dat dit kwam door de periode waarin ik mentaal afwezig was.

Hulp uit onverwachte hoek, hielp mij deze gedachte los te laten

Vond dat moeilijk om te ervaren totdat een vriendin mij vertelde. Grappig hè? Wij moeders doen alles voor onze kinderen en dan vinden ze pappa leuker dan mamma. Alsof de natuur dat zo bepaald heeft. Je weet altijd zeker wie de moeder is…. Maar de vader?  Tja dat is lastiger te traceren. Dus heeft de natuur hiervoor een truc. Kinderen lijken altijd op hun vader en het kind richt zijn liefdesbetuigingen vooral aan pappa. Op die manier is hij er zeker van dat zijn pappa voor hem zorgt.

Ik keek haar aan en zei: zo had ik het nooit bekeken. Dank je wel.

Ook in mijn praktijk zie ik ouders die zich hetzelfde voelen als ik destijds

In mijn praktijk merk ik vaak schaamte bij ouders wanneer hun ‘regenboogkind’ niet die gevoelens opwekken die ze vooraf hadden bedacht. En ik merk niet alleen schaamte maar ook heel veel verdriet.

Horen dat het hebben van deze gevoelens niet abnormaal zijn, helpt

Ik zie vaak de opluchting bij ouders wanneer ze horen dat het niet abnormaal is wat ze ervaren. Het is dezelfde opluchting die ik ervaarde toen de consultatiebureau verpleegkundige mij de erkenning gaf dat het niet goed met mij ging.

Bereid ouders voor op deze mogelijke gevoelens

Ik bespreek altijd met ouders de gevoelens die kunnen ontstaan na de geboorte van hun ‘regenboog’baby. En bespreek wat ze kunnen doen als ze deze gevoelens ervaren. Het hoeft niet altijd te leiden tot een depressie. Soms is het gevoel veel kleiner. Is de vreugde om de geboorte van hun kindje minder groot dan ze vooraf hadden bedacht. Komen er schuldgevoelens vrij. Zijn ze toch bang om zich te hechten enz. Door dit vooraf al bespreekbaar te maken, worden de gevoelens makkelijker bespreekbaar gemaakt. Maar dat niet alleen. Het helpt de ouders ook om te gaan met deze gevoelens. Ze weten wat ze kunnen doen.

Aan alle zorgprofessionals zou ik willen vragen om alert te zijn op sombere gevoelens na een bevalling. En zeker bij ouders die eerder hun baby zijn verloren. Voor hen is het erkennen van hun sombere gevoelens wellicht nog moeilijker dan voor andere ouders omdat deze ouders menen gelukkig en blij te moeten zijn.

Blijf niet rondlopen met je gevoelens

En aan alle ouders zou ik willen zeggen: blijf er niet mee rondlopen. Je bent niet de enige. Zoek hulp. Jij en je kind verdienen het.