Hoe vertel je je kind over zijn overleden broer of zus

Hoe vertel je je kind over zijn overleden broer of zus

Toen mijn zoon twee jaar was, werd hij zich bewust van het hebben van een broer of zus. Al zijn vriendjes op het kinderdagverblijf hadden al een broer of zus (of beiden) of werden grote broer of zus. Hij wilde dat ook. Bij elke kinderwagen die hij zag, wees hij met zijn kleine handje en zei: Kijk mamma, een baby. Ik antwoordde dan: Ja Mans, lief hè? Ja, antwoordde hij dan en liep weer vrolijk verder. Op een gegeven moment nam hij geen genoegen meer met lief hè.

Als ik dan zei: Ja Mans, lief hè? Antwoordde Mans: mamma, Mans is altijd lief voor baby’s dat weet je toch? Ja, Mans dat weet ik. Dat zegt de juf ook altijd. Mans is dol op baby’s.

Weer een paar weken later nam hij hier ook geen genoegen mee. En vroeg hij: wanneer krijgen wij een baby? Mans is dol op baby’s dat weet je toch? Ik antwoordde: ja Mans, mamma weet dat jij dol op baby’s bent maar wij krijgen geen baby. Mans mompelde dan nog iets van: maar Mans vindt baby’s heel leuk….

“Het is oneerlijk’

Op een gegeven moment vertelde de juf dat Mans had gehuild toen zijn vriendinnetje Lotte een zusje had gekregen. Hij vond het niet eerlijk want Lotte had al een zus. Toen we thuis waren, vroeg ik Mans waarom hij moest huilen omdat Lotte een zusje had gekregen. Hij zei: Lotte heeft al een zus en Mans niet. Mans wil ook een baby.

‘Een broer en een zus in de hemel’

Toen besloot ik om Mans te vertellen over zijn zus en broer. Ik pakte de fotoboeken van Madelon en Oscar en nam Mans op schoot. Kijk, zei ik. Dit is Madelon en dit is Oscar. Dat zijn jouw grote zus en grote broer. Mans noemde de namen en keek vol bewondering naar de foto’s. Pakte met zijn kleine handje de kaft vast van Oscars boek en bladerde erdoorheen. Bij elke foto, wees hij Oscar aan en zei: Oscar! Dit herhaalde hij wel drie keer. Toen pakte hij het boek van Madelon en op dezelfde manier bladerde hij door haar boek.

Ik vertelde hem dat Madelon en Oscar dood waren. Dat ze in de hemel waren. Ik wees hierbij naar de lucht. Omdat het donker was zag je enkele sterren. Mans wees naar de sterren en zei: zijn ze daar? Ja zei ik. Madelon en Oscar zijn sterretjes in de hemel en nu zwaaien ze naar je. Ze kunnen niet met je spelen omdat ze niet meer leven. Om duidelijk te maken wat ‘dood’ was, zei ik: net als in Kikker en het vogeltje. Die is ook dood, zei Mans. Die doet het niet meer. Die is in de grond. Ja zei ik. Dat klopt. Maar Madelon en Oscar zitten niet in de grond. Die zijn in de hemel, zei Mans hierop.

Ik lachte en vertelde hem dat het vogeltje ook in de hemel was. En dat Madelon en Oscar bij ons thuis waren. Ik nam hem mee naar de urnen en zei: hier zitten ze in. Mans antwoordde: niet in de grond maar thuis? Ja, zei ik. Thuis. Dan zijn ze altijd bij ons. En daarom mag je van mamma nooit aan deze lampjes komen. Want als ze stuk gaan…

Mans keek naar de urnen en zei: Dag Oscar en Madelon. Ik ben Mans.

‘Vertel maar niet aan je kind dat hij een broer een zus heeft die niet meer leven’

Tot het moment dat mijn zoon zelf over broertjes en zusjes begon, heb ik hem nooit verteld over zijn grote zus en broer. Ik kreeg van diverse mensen uit mijn omgeving het ‘advies’ om Mans ‘niet te belasten’ met ons verdriet en hem te vertellen over zijn zus en broer. Het zou hem beschadigen.  Hij zou het gevoel krijgen dat hij alleen maar geboren is omdat Madelon en Oscar dood waren…

Goedbedoelde adviezen maar waar ik niets mee kon. Maar wat mij wel aan het twijfelen bracht. Hoe kon ik mijn verdriet en de liefde voor mijn andere kinderen voor hem afschermen? Wat moest ik antwoorden als hij vragen zou stellen over die ‘potten met kaarsjes’? Zou ik hem echt beschadigen als ik hem zou vertellen dat hij een oudere zus en broer had? Zou hij echt het geloven dat hij alleen maar is geboren omdat Madelon en Oscar overleden waren?

‘Vertellen of toch verzwijgen?’

Waarom deze adviezen? Waar blijkt uit dat het Mans zou beschadigen? De dood is iets wat bij het leven hoort. En ja helaas gaan er hele jonge mensen dood. Madelon en Oscar horen bij ons gezin. Ze zijn onze kinderen en ze verdienen het niet om ook nog eens dood te worden gezwegen.  

‘Blij dat ik eerlijk ben geweest’

Toen Mans zelf over broertjes en zusjes begon, voelde dat voor mij het moment om vol trots over Madelon en Oscar te praten. En het bleek een goede beslissing. Voor mij en voor Mans.

Vanaf dat moment zijn Madelon en Oscar echt zijn grote broer en zus. Hij vertelt aan iedereen heel trots dat hij een broer en een zus heeft. En dat ze in de hemel zijn.

‘Ze horen er gewoon bij’

In mijn praktijk krijg ik vaak de vraag van cliënten of ze en hoe zij hun kinderen over de dood van hun broer of zus moeten vertellen? Mijn antwoord is altijd. Ja vertel het hun. Gewoon in kindertaal. En als je het moeilijk vindt om het uit te leggen, zijn er boekjes die helpen om de dood voor kinderen begrijpelijk te maken zoals: Mijn kleine grote broer, Kikker en het vogeltje, Bedje in de wolken, Kleine woelmuis, Ono een bijzonder broertje, Pluimpje. Op de website www.goedgezind.be/dossiers/sterrenkindjes/boeken-helpen-het-overlijden-broer-of-zus-verwerken vind je nog meer titels. 

NB de naam Lotte is om privacy redenen gefingeerd.

Het verlies van je baby…

Het verlies van je baby…

Wanneer je je kind verliest moet je hard werken om je leven weer in de hand te nemen en jezelf toe te staan gelukkig te zijn. Helaas krijg je niet altijd de hulp en steun die je nodig hebt om dit verlies een plek te geven en de draad weer op te pakken.

Het verlies van een kind is een onderwerp waar niet makkelijk over wordt gepraat. En daardoor is het ook heel lastig om de steun en hulp te krijgen waar je zo naar op zoek bent.

Een bio-psycho-sociale ervaring

Volgens Irene Otto van praktijk Janna is het verlies van een prille zwangerschap een bio-psycho-sociale ervaring.

En zo beschouw ik het verlies van een (ongeboren) baby. Je was in verwachting van een baby. Je zag een toekomst met je kindje en toen was daar dat abrupte einde en het niet verwachtte afscheid. Het verlies van je baby heeft invloed op:

  • je relaties;
  • je gezondheid; zowel psychisch als lichamelijk
  • je welzijn;
  • je functioneren.  

Al deze aspecten zijn nauw met elkaar verbonden en kunnen elkaar beïnvloeden en/ of versterken (Otto, 2016) Het verlies van je baby behelst dus meer dan verdriet en rouwen om het verlies alleen.

Uitingen van rouw

Rouwen is een reactie op een groot verlies en dit uit zich op de volgende manieren:

  • Wisselende gevoelens zoals: somberheid, boosheid, jaloezie, opluchting, ongeloof, hoop, moedeloosheid, schuldgevoelens, eenzaamheid, angst, ontreddering…
  • Lichamelijke klachten zoals: gespannen spieren (spierpijn), minder eetlust, vermoeidheid, slecht slapen, onrust, overmatige activiteit, hoofdpijn…
  • Cognitieve klachten zoals: verminderde concentratie, vergeetachtigheid, snel overprikkeld zijn, moeilijker beslissingen kunnen nemen, moeilijker besluiten kunnen nemen…
  • Psychosociale aspecten zoals: het uit de weggaan van contacten, niet alleen kunnen/ durven zijn, moeite hebben met sociale omgang, terugtrekken, in zichzelf keren…

Bovenstaande reacties zijn dus een normale reactie op een abnormale situatie. Maar hebben wel een enorme weerslag op je geestelijke gezondheid, je lichamelijke gezondheid, je welzijn, je functioneren en je omgang met anderen.

De impact van het verlies

Helaas krijgt het verlies van je baby niet altijd de aandacht die het verdient. Het is voor mensen heel moeilijk voor te stellen wat het verlies van je kindje werkelijk met je doet. En hoe dit doorwerkt in je dagelijkse functioneren, je dagelijkse leven en in je “‘zijn “zijn”

Het verlies van je baby is een confrontatie met intens verdriet, wisselende gevoelens en zoeken naar de zin en de betekenis van het lot dat je is overkomen. Je moet zoeken naar een nieuw evenwicht waarin je kind een liefdevolle plek heeft. Wetende dat de rouw en het verdriet nooit over zal gaan.

Er zal namelijk nooit een moment zijn waarop je het verlies achter je laat. Je baby is altijd een onderdeel van jou en je gezin, ook al is je kindje niet meer bij je. Je rouwt om het verlies van je baby en je rouwt om alle hoogtepunten in het leven die je (met je) baby nooit zal meemaken. Je rouwt om het gemis en de leegte die je kindje achterliet.

Als je nog andere kinderen hebt verliezen zij een broertje of zusje. Wanneer je eerste kindje overlijdt en je later nog een kind krijgt, is er altijd het broertje of zusje dat hij nooit heeft leren kennen. Het broertje of zusje dat is overleden voordat hij werd geboren.

Maar ook de mensen in je omgeving worden in zekere mate geconfronteerd met het verlies van jouw baby. En zullen af en toe ook weer geconfronteerd worden met de rouw van dit verlies. Als opa, oma, oom, tante, werkgever. Ieder op zijn eigen manier. Het verlies van jouw baby grijpt in op iedereen die een band heeft met jou (en jouw baby.) Het zet ieders leven op zijn kop en laat bij iedereen sporen na.

Rouwen om je overleden baby behelst veel meer dan het leren omgaan met het gemis. Je moet leren te leven zonder jouw baby. Je moet weer leren te genieten, te dromen en gelukkig te zijn.  Maar wellicht moet je ook in het reine komen met:

  • de beslissing om de zwangerschap af te breken.
  • de gevoelens die zwangeren in je omgeving bij je oproepen.
  • de gevoelens die ouders met kinderen bij je oproepen.
  • de omgang met zwangeren en ouders met kinderen.
  • het vooruitzicht dat er geen kinderen (meer) komen.

Tips

  • Besef dat rouwen zich op verschillende manieren uit: wisselende gevoelens, cognitieve problemen, mentale klachten, fysieke klachten en psychosociale aspecten. Dit is normaal maar wees je bewust van de impact hiervan op je dagelijkse functioneren en je ‘zijn’.
  • Wees je ervan bewust dat rouwen tijd en energie vergt. En dat je hard moet werken om te leren leven zonder je baby , om het leven weer in de hand te nemen en jezelf weer toe te staan gelukkig te zijn. Geef jezelf de ruimte en tijd om te rouwen. In mijn boek: Je bent je kindje verloren… Hoe nu verder? vind je tips en inzichten hoe je kunt leren om te gaan met het verdriet. Zodat je met liefde en trots aan je kindje denkt. En het leven weer durft te omarmen. Het boek koop je hier of via de plaatselijke boekhandel en Wanmaker Uitvaart in Heemskerk
  • Zoek psychische of geestelijke ondersteuning bij het verwerken van het verlies en het hervinden van perspectief en levensgeluk. Bij het zoeken naar zingeving. Bij het zoeken naar de zin van het leven. Bij het vinden van vergeving en aanvaarding van je keuzes en/ of gevoelens. Maak hier vrijblijvend een afspraak met mij
Het taboe op verlies (1)

Het taboe op verlies (1)

Mensen met een kinderwens zijn al ouders

Vader of moeder word je op het moment dat je besluit kinderen te willen. En als je dan een positieve zwangerschapstest in je handen hebt, dan ben je voor je gevoel al vader of moeder. Je past je toekomstbeeld direct aan. Puur door het zien van twee streepjes. Natuurlijk weet je dat het mis kan gaan, maar je gaat er niet van uit dat het jou overkomt.

En dan gaat het mis. De zwangerschap eindigt niet zoals jullie voor ogen hadden en je toekomstbeeld verandert in één klap.

Het verdriet is niet minder groot

Toen ik van onze dochter beviel, kreeg ik dikwijls de vraag of ze voldragen was. En als ik antwoordde dat ze in mijn buik bij 19 weken was overleden, kreeg ik vaak de opmerking: ‘Oh ik dacht dat ze voldragen was.’ Alsof de duur van de zwangerschap van invloed was op mijn verdriet. Ja, de duur van de zwangerschap zorgde ervoor dat ik geen recht had op zwangerschaps- en bevallingsverlof terwijl ik wel degelijk een kraamvrouw was. Onze dochter was via de natuurlijke weg ter wereld gekomen. Een weg van weeën, pijn gevolgd door een oorverdovende stilte. De duur van de zwangerschap heeft eveneens geen invloed gehad op de gevoelens en liefde die wij voor haar voelen.

Bij mijn zoon leek er meer begrip te zijn. Hij overleed immers na de geboorte. Maar ook hij was voor de 24e week geboren; ook via de natuurlijke weg. Omdat hij ook voor de 24e week van de zwangerschap is geboren, had ik, net als bij mijn dochter, geen recht op zwangerschaps- en bevallingsverlof. Terwijl ik na zijn geboorte ook een kraamvrouw was. Ook bij hem heeft de duur van de zwangerschap eveneens geen invloed gehad op de gevoelens en liefde die wij voor hem voelen.

In beide gevallen werd ik bij gebrek aan een wettelijk vangnet, ziekgemeld ten gevolge van de bevalling. Maar was ik ziek? Nee ik was bevallen en in rouw.

Mijn derde zwangerschap eindigde na zeven weken in een miskraam. Ondanks dat het nog een prille zwangerschap was en ik de dit verlies minder groot heb ervaren, was er toch ook verdriet. Verdriet om (weer) afscheid te moeten nemen van het kindje dat wij in gedachte (al) koesterden. Verdriet dat een zwangerschap (weer) niet had geleid tot een kindje om voor te zorgen. Een dag na de miskraam was ik weer aan het werk. Net als zovelen met mij.

Ik heb aan de lijve ondervonden dat op het verlies van een prille zwangerschap een nog groter taboe heerst dan een stille geboorte of een overlijden (vlak) na de geboorte. Iedereen in mijn omgeving weet dat twee van mijn drie kinderen zijn overleden maar bijna niemand weet dat ik ook een miskraam heb gehad. Ik had het er gewoon niet over.

Miskramen komen veel vaker voor dan we denken

Wanneer ik het wel aan iemand toevertrouwde, kreeg ik vaker dan verwacht te horen dat zij ook een miskraam hadden doorgemaakt. Op dat moment drong het pas tot mij door hoe vaak het voorkomt en hoe weinig we dit met elkaar delen. Net als ik gingen mijn vriendinnen na de miskraam weer over tot de orde van de dag.

Wanneer ik doorvroeg, werd mij duidelijk hoeveel verdriet en angst het doormaken van een miskraam met zich meebracht. Doordat 10% van de zwangerschappen voor de 12e week eindigen, lijkt het alsof het doormaken van een miskraam iets is dat erbij hoort.. Maar 12 weken is bijna een derde van een zwangerschap en veelal is het kindje gewenst.

Begrip en steun helpen bij het verdriet verwerken. Goed bedoelde opbeurende opmerkingen helpen daarentegen niet

Opmerkingen als ‘je lichaam weet nu hoe het zwanger moet worden’ of ‘je bent nog jong dus je hebt nog alle tijd om kinderen te krijgen’ etc. zijn volgens mij dan ook niet de opbeurende woorden waar je op zit te wachten. Verlies van een (ongeboren) kind is verlies. En verlies gaat gepaard met rouw. De duur van de zwangerschap of leeftijd van het kind is in mijn ogen dan ook van ondergeschikt belang. Om (met vertrouwen) een volgende zwangerschap aan te durven gaan is, naar mijn mening, meer openheid op dit gebied wenselijk. Ik ben benieuwd naar je mening.

Het taboe op verlies (2) “onvervulde kinderwens”

Het taboe op verlies (2) “onvervulde kinderwens”

In mijn vorige blog schreef ik over het taboe dat ik ervaar op het gebied van het verlies van een kind tijdens de zwangerschap of vlak daarna. Met name het taboe van het verlies van een kind in het prille begin van een zwangerschap, de zogenaamde miskraam. Uit de reacties die ik ontving, bleek dat ik niet de enige was.  Er rust echter een nog groter taboe op een onvervulde kinderwens.

Ik betrapte mij erop dat ik in mijn omgeving slechts twee personen ken die ongewenst kinderloos zijn. Door omstandigheden is het hun niet overkomen. Ze was heel lang single en toen zij haar man ontmoette, zat het moeder worden, gezien haar leeftijd, er niet meer in. De andere persoon, heeft meerdere miskramen meegemaakt en kwam door haar leeftijd niet meer in aanmerking voor een fertiliteitsbehandeling.

Ik bedacht mij ineens dat ik het met deze dierbaren nooit had over hun gemis. Want ja wat missen zij nu eigenlijk? Een verlangen? Een droombeeld?

Vader of moeder worden is inderdaad een verlangen. Een natuurlijk verlangen.  Zoals ik in mijn eerdere blog schreef, word je vader of moeder op het moment dat het verlangen naar een kind zich openbaart.

Het krijgen van een kind is iets natuurlijks. Door de komst van de “pil” heeft het krijgen van kinderen zich ontwikkelt naar iets waarvoor je kunt kiezen. En hier wordt een grote denkfout gemaakt. Door de komst van anticonceptie kun je ervoor kiezen om geen kinderen te willen. Door de komst van anticonceptie kun je het moment waarop je ouders wordt enigszins beïnvloeden. En dat is het dan ook. Want tien procent van de stellen in Nederland zijn ongewenst kinderloos. Een groot deel ervan heeft een lang traject van fertiliteitsbehandelingen achter de rug om vervolgens met lege handen te blijven.

Het feit dat we door de hulp van de medische wetenschap in staat zijn  zwanger te worden als het op een natuurlijke wijze niet lukt, maakt het krijgen van kinderen bijna maakbaar. Maar eigenlijk horen we alleen de succesverhalen. IVF / ICSI is in veel gevallen het laatste middel binnen de fertiliteitstrajecten. Na drie IVF-behandelingen is de kans op een geboren kindje 40% à 50% . Dit betekent dus dat bij bijna de helft van de stellen, die een IVF of ICSI ondergaan,  geen zwangerschap tot stand komt.

Uiteindelijk is tien procent van de stellen ongewenst kinderloos. Tien procent… dat zijn dus veel meer personen dan ik ken of waarvan ik het weet. Hoe kan dit? Het feit dat de cijfers zo afwijken van mijn werkelijkheid, maakt dus dat het een taboe is. En dan heb ik het nog niet over de ouders met een gedeeltelijk vervulde kinderwens.

Toen wij zelf in het fertiliteitstraject zaten, spraken we lotgenoten. Sommige van hen hadden al een kind. Gewoon op een natuurlijke wijze. Alleen het volgende kind kwam er niet. Uit de gesprekken met hen, kwam duidelijk naar voren dat de omgeving niet begreep waar ze mee bezig waren. Ze hadden immers toch een kind? Ze moesten gewoon blij zijn met wat ze hadden. Alsof je een verlangen kunt bedwingen. Okay, wellicht tijdelijk maar steeds zal het komen opborrelen.

Toen ik zwanger was van onze zoon, wist ik zeker dat ik blij zou zijn met één kind. Nadat hij ouder werd, speelde ook bij mij het verlangen van nog een kind. Was ik niet tevreden? Waarom wilde ik dit? Met mijn geschiedenis? Ik had er geen antwoord op. Probeerde met mijn logica mijn verlangen weg te wuiven. Maar het bleef komen. Totdat duidelijk werd dat het krijgen van een kind, gezien mijn leeftijd, niet meer wenselijk was. Het heeft mij echt even tijd gekost om dit te verwerken. Ik heb er nu vrede mee omdat ik een prachtig kereltje heb.  Ik realiseer mij dat ik nooit moeder was geworden zonder IVF. Maar soms komt het gevoel echt nog weleens opborrelen. Het is iets waar ik alleen met mijn man over praat. Waarom? Toch een gevoel van schaamte.

Maar hoe is het dan voor die anderen? Die net als ik meerdere kinderen hadden gewild? Of degene die nooit een kind zullen hebben? Met wie spreken zij over hun verlies? Is er überhaupt wel erkenning voor dit verlies? Het antwoord is nee.

Terugkomend op de personen in mijn omgeving. Ik merk dat ze het fijn vinden als ze erkend worden in hun verlies. Dat ze open mogen zijn over het gemis. Beiden hebben hun manier gevonden om met dit gemis om te gaan maar het blijft een gemis. Het ernaar vragen, nodigt uit om erover te praten.

Ik ben van mening dat ongewenste kinderloosheid uit de taboesfeer moet. We moeten leren om ernaar te vragen zodat die persoon zijn verhaal kwijt kan. Dat ze erkenning krijgen voor hun verlies. Ik ben benieuwd naar jouw mening.

Het stille verdriet van grootouders

Het stille verdriet van grootouders

Manu Kierse (2020) verwoordt het heel treffend in zijn boek Helpen bij verlies en verdriet. Wanneer je je (ongeboren) kleinkind verliest, heb je als opa en oma dubbel verdriet. Ondanks dit dubbele verdriet word je als rouwende opa en oma niet of nauwelijks erkent. Mensen onderschatten jouw verdriet.

Een confrontatie met dubbel verdriet

Als je kleinkind overlijdt, verlies je niet alleen je kleinkind maar word je ook geconfronteerd met het verdriet van je eigen kind en diens partner. Als ouder wil je je kind ten alle tijden beschermen tegen pijn en verdriet. Je ziet en voelt het verdriet van je kind en je kunt dit niet wegnemen. Je hebt voor je gevoel gefaald omdat je je kind niet hebt kunnen behoeden voor deze pijn en dit verdriet. Rationeel weet je dat je geen schuld hebt aan het verlies en het verdriet maar dat neemt niet weg dat de schuldgevoelens er wel degelijk kunnen zijn.

Aan jouw verdriet gaat men voorbij

Je schuift je eigen verdriet opzij om er te zijn voor je kind en diens partner. Doordat je kind een beroep op je doet, word je weer fulltime vader en moeder. De ouder die het kind beschermt, die naar het kind luistert, die problemen helpt oplossen.

Het voelt ongepast om over je eigen gevoelens te praten

Wanneer mensen vragen naar het verlies van je kleinkind, heb je het over het verdriet van je kind en diens partner. Je eigen verdriet blijft onbespreekbaar. Lijkt niet gepast. Want immers je kind heeft zijn of haar kind verloren. En voor ouders is het verlies van een kind het ergste dat hen kan overkomen. Toch?

Het verlies van je kleinkind laat niemand ongemoeid. En de impact is groot.

Nee, is mijn antwoord. Het verlies van een (ongeboren) kleinkind raakt de hele familie. Dus ook jou. Iedereen heeft zijn eigen verdriet, zijn eigen boosheid… En juist die emoties maken het soms moeilijk om de liefde, zorg en betrokkenheid die er tussen jullie is, te blijven uiten. Sommige opmerkingen, initiatieven, voorstellen en of acties, hoe goed ook bedoeld, kunnen het verdriet, de ontreddering en/ of de boosheid juist versterken.

Door de emoties worden je opmerkingen, initiatieven en voorstellen niet altijd gewaardeerd

Bovenstaande is zo herkenbaar voor ons. Na het overlijden van onze kinderen en met name na het overlijden van onze zoon Oscar, kregen mijn man en ik conflicten met onze ouders. Een tweede keer zoveel verdriet was ondragelijk. We waren in shock, ontredderd en zochten naar iemand die het leed kon verzachten. Wij hadden verwachtingen van onze ouders waar zij niet aan voldeden.

Zo lieten mijn schoonouders niets van zich horen om ons de ‘ruimte te geven’ het verlies te verwerken en deden mijn ouders allerlei voorstellen voor ‘gezellig samenzijn’.

Mijn schoonouders dachten dat zij er goed aan deden om ons met rust te laten. Echter wij voelden ons in de steek gelaten en aan ons lot overgelaten. Als er iemand was waarvan we dachten steun te ontvangen, was het van mijn schoonmoeder. Zij had namelijk ook kinderen verloren en moest wel weten hoe wij ons voelden…

Mijn ouders wilde ons leed verzachten door ‘leuke dingen te ondernemen en ‘gezellig samen te zijn’. Zo nodigden zij ons uit voor een skivakantie en Sinterklaasavond. Door leuke en gezellige dingen te doen zouden wij ons beter gaan voelen, was de gedachte.

Helaas zagen wij dit totaal anders. Wij zochten bescherming en troost. Zoals we vroeger als kind werden getroost na het vallen. Doordat onze beide ouders niet aan onze verwachtingen voldeden, raakten we van hen vervreemd. Wij voelden ons letterlijk in de kou staan.

Je kind doet een beroep op je terwijl het verlies van je kleinkind voor jou ook gewoon niet te bevatten is

We hadden echter niet door hoe onze ouders met het verdriet en schuldgevoelens worstelden. Het is niet normaal dat opa’s en oma’s hun (ongeboren) kleinkind begraven. Deze verkeerde volgorde is zo niet eerlijk dat het gewoon niet te bevatten is. Het verlies van je (ongeboren) kleinkind gaat dan ook (vaak) gepaard met schuldgevoelens, shock, leegte, ongeloof en intens verdriet. Rouw bij verlies van je (ongeboren) kleinkind is een vorm van rouw die, zoals al eerder aangegeven, nauwelijks erkenning geniet. Doordat de omgeving eraan voorbijgaat dat jij als opa of oma ook rouwt, mis je de steun van familie, vrienden, collega’s en werkgevers. Maar er wordt wel een beroep gedaan op jou als ouder. En daar komt bij dat je kind verwacht dat jij als ouder de levenservaring hebt om met dit verlies om te gaan. Onterecht want ook jij bent als opa of oma niet voorbereid op onverwachte gebeurtenis als deze. Je keek uit naar de geboorte en had al dromen over hoe je met je kleinkind zou spelen en wat je met hem zou ondernemen. En toen was er dat afscheid…

Het is belangrijk om te beseffen dat ook grootouders ook worstelen met hun emoties

Terugkomend op ons eigen proces. Op een gegeven moment, wees iemand mij erop dat onze ouders net als wij hun eigen rouwproces doormaakten. Iedereen rouwt op een andere manier. Ik had wel begrip voor mijn mans rouwproces maar niet voor het rouwproces van mijn ouders en schoonouders. Toen ik mij dat realiseerde, zag ik de worsteling van mijn ouders en schoonouders. Ik besprak dit met mijn man en vanaf dat moment konden wij begrip opbrengen voor hun gedrag en lukten het ons om weer in contact met hen te komen. Verwijten maakten plaats voor begrip en we zagen wat het verlies van hun kleinkinderen met hen had gedaan. En nog steeds doet. Door dit inzicht kwam de relatie met onze ouders weer in evenwicht. Het verlies en het verdriet is (altijd) op de achtergrond aanwezig maar we hebben met elkaar de kracht gevonden om verder te gaan. We hebben weer gezamenlijke dromen en we kunnen weer genieten.

Herkenbaar? Ik hoop dat door het delen van onze ervaringen  het taboe op het onzichtbare verdriet van grootouders bespreekbaar zal worden zodat de relatie met hun kind en diens partner goed blijft. Wil je erover praten? Neem dan gerust contact met mij op.

Hoe een arts het verschil maakte

Hoe een arts het verschil maakte

Duidelijk aangeslagen, kwam ze naar ons toe. Ik hoorde zojuist dat jullie zoontje is geboren. Wat ontzettend verdrietig om te horen. Ze keek naar hem en zei: Oscar, mooie naam. Hierop zei ze: ik weet even niet hoe ik moet reageren. Ik vind het gewoon heel erg wat er gebeurd is. Daarna vroeg ze of we wisten hoe het nu verder zou gaan. Ook vroeg ze of we behoefte hadden aan professionele steun. Ze liep weg en kwam terug met de mededeling dat we maandag gebeld zouden worden door de medisch maatschappelijk werker. Gaf ons een recept mee en zei: ik probeer maandagochtend jullie nog even te zien.

We werden geraakt door haar reactie. Haar betrokkenheid…

Die maandag hadden een afspraak bij de ambtenaar van de burgerlijke stand. Ze wachtte ons op en zei: nogmaals gefeliciteerd en gecondoleerd met Oscar. Ik vind het zo onwerkelijk en verschrikkelijk. Ik heb er even geen woorden voor.

Geraakt door haar reactie, konden we haar alleen maar heel erg danken voor de steun en de begeleiding die zij ons had gegeven. We waren na het verlies van Madelon naar haar verwezen. Hoe anders reageerde dokter Kok dan de verloskundige en de gynaecoloog uit het andere ziekenhuis. Zo betrokken. Het maakte diepe indruk. Over zes weken zie ik jullie terug op de poli, maar als je vragen hebt, weet dan dat je kunt bellen. Toen liep ze weg.

Het was duidelijk dat ze het naar vond dat wij geconfronteerd werden met blije en trotse ouders

We zagen dat ze werd aangesproken door hele blije ouders die haar bedankten voor haar zorg. Hun kind had het gehaald en het ging goed met hem. En nu mocht hij mee naar huis. Ze feliciteerden de ouders maar het was duidelijk dat ze zich ongemakkelijk voelde. Ze liep naar ons terug en zei: het spijt me dat jullie dit meekrijgen.

We keken haar aan en zeiden: als wij in hun schoenen hadden gestaan waren wij ook heel blij geweest. We zijn heel blij voor hen en hopen dat het ons ook gegund zal zijn. Ze knikte en liep weg.

Haar toewijding vergrootte ons vertrouwen in haar kunde

Zes weken later moesten we terug voor nacontrole. We waren als laatsten aan de beurt. De wachtruimte was leeg. Zo fijn. Zo anders dan het vorige ziekenhuis. Daar zat ik, met een lege buik en lege handen, tussen zwangere vrouwen en blije ouders.

Ze gaf ons een hand en stelde zich voor met haar voornaam. Het was overduidelijk dat het verlies van Oscar haar iets deed. Ze nam de tijd om onze vragen te beantwoorden. Ze besprak met ons de mogelijkheid van een nieuwe zwangerschap. En de voors en tegens van een eventuele nieuwe zwangerschap.

Eén ding was duidelijk. Als we een nieuwe zwangerschap aandurfden, zou ze ons willen bijstaan. Maar eerst moesten we in gesprek met gynaecologen van het VUmc en het Radboud. In deze ziekenhuizen deden ze de operaties die ik moest ondergaan voordat ik weer zwanger mocht worden.

De volgende dag ontvingen wij al een mail met een doorverwijzing naar het VUmc en het Radboud. Diezelfde week werden wij gezien. De artsen van het VUmc en het Radboud waren uitvoerig door dokter Kok over ons geïnformeerd. Er werd tijd voor ons genomen en ook hier werden de voors en tegens voor een volgende zwangerschap nog eens uitvoerig met ons besproken.

We kregen weer hoop en durfden een nieuwe zwangerschap aan

We besloten ervoor te gaan. We hadden er alle vertrouwen in dat we deze keer wel een baby naar huis mochten nemen. Na anderhalf jaar was ik zwanger van Mans. Omdat ik was doorverwezen naar het VUmc was het eigenlijk de bedoeling dat ik daar begeleid zou worden. Wij kozen ervoor om begeleid te worden door dokter Kok. En gingen dus weer terug naar het AMC.

Bij de eerste controle wachtte een blije arts ons op

Op de eerste controle kwam ze met een stralende glimlach naar ons toe. En wij dachten alleen maar: wat fijn dat zij ons begeleidt. En wat fijn dat wij dit met haar mogen delen.